De lever is een heel belangrijk orgaan want de lever heeft verschillende functies zoals:

 

De lever ligt rechtsboven in de buikholte tegen het middenrif aan bloed stroomt door twee bloed vaten naar de lever toe namelijk de poortader waar zeurstof arm bloed door stroomt en de leverader daar door stroomt bloed weg uit de ader. In de lever word glucose omgezet in glycogeen, dat word opgeslagen in de lever het opgeslagen glycogeen kan weer worden omgezet in glucose. de glucose word opgenomen in het bloed. Ook bij de verwerking van verteringsproducten van eiwitten speelt de fibrinogeen gevormd. ( Fibrinogeen is een plasma eiwit is dat een functie vervult bij de bloedstolling.) Eiwitten kunnen niet opgenomen worden in het lichaam word opgeslagen. Overtollige eiwitten worden in de lever afgebroken. Bij deze afbraak ontstaat de giftige afvalstof ureum. Ursem word aan het bloed afgegeven en door de nier uitgescheiden.

De lever produceert ook gal. Gal word tijdelijk opgeslagen in de galblaas. via de galabuis wordt gal naar de twaalfvingerige darm gevoerd. gal emulgeert vetten. In de lever worden dode rode bloedcellen afgebroken. Hierbij ontstaan als afbraakproducten onder andere gal kleurstoffen die door de lever worden uitgescheiden met de gal. De galmkleurstoffen verlaten het lichaam via de endeldarm. Ze geven de ontlasting een bruine kleur bij de afbraak van dode rode bloedcellen komt het ijzer uit de hemoglobine vrij. Het ijzer word voor een deel opgeslagen in de lever. Dit ijzer kan weer worden gebruikt voor de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen. In het rode beenmerg. Behalve ijzer kunnen ook andere mineralen ( kalium koper) en bepaalde vitamines in de lever worden opgeslagen. Ten slotte is de lever belangrijk bij de ontgifting van het bloed. De lever haalt gifstoffen( bijvoorbeeld alcohol, drugs en medicijnen) uit het bloed en maakt ze onwerkzaam. De onwerkzaam gemaakte gifstoffen worden weer aan het bloed afgegeven en door de nieren uitgescheiden.