De mens is net als alle zoogdieren en vogels warmbloedig. Het lichaam heeft een vrijwel constante lichaamstemperatuur van 37 graden. De lichaamstemperatuur blijft constant als er een evenwicht is tussen de warmteproductie en de warmteafgifte. De warmteproductie is vooral afhankelijk van de verbranding in het lichaam. bij de warmteafgifte spelen vooral de huid en het bloed enen rol. via het bloed dat door de huid stroomt, wordt warmte afgegeven aan rol. Via het bloed dat door de huid stroomt wordt warmte afgegeven aan de omgeving. Hoe meer ( warm) bloed er door de huid stroomt hoe groter de warmteafgifte van het lichaam wordt. Bovendien kan de warmteafgifte worden vergroot door de productie van zweet. Zweet bestaat voornamelijk uit water en zouten. Het water uit het zweet verdampt en de warmte die hiervoor nodig is, wordt onttrokken aan het lichaam. Het lichaam koelt daardoor af. De warmteproductie en de warmteafgifte van het lichaam worden geregeld door het temperatuurregelcentrum. Dit is een deel van de hersenen. net boven de hypofyse dit centrum reageert op het bloed dat erlangs stroomt en ontvangt bovendien impulsen uit de warmte- en koude zintuigen in de huid.
Als de lichaamstemperatuur hoger dan ongeveer 37 graden dreigt te worden, zorgt het temperatuurregelcentrum ervoor dat bloedvaten in de huid wijder worden. De huid wordt roder en de zweetklieren produceren meer zweet als de lichaamstemperatuur lager dan ongeveer 37 graden dreigt te worden, zorgt het temperatuurregelcentrum ervoor dat bloedvaten in de huid nauwer worden. De huid wordt bleker en de zweetklieren produceren minder zweet. De warmteproductie kan worden vergroot door extra verbranding. Soms ga je rillen of klappertanden als je het koud hebt. De extra verbranding die bij deze beweging plaatsvindt, levert echter maar weinig warmte op. Het vet in het onderhuidse bindweefsel werk als een isolerende laag. bij andere zoogdieren en bij vogels zorgen haren en veren ook voor een isolerende laag, doordat ze een laag warme lucht rondom het lichaam vasthouden. Door spiertjes kunnen de haren of veren rechtop worden gezet, zodat een dikkere isolerende luchtlaag ontstaat. Bij mensen dis het rechtop zetten van de haren als kippenvel te zien het effect hiervan is echter te verwaarlozen, omdat de hearing van het lichaam gering is.